Vocabulary list - Unit 2
study
102b
102c
102c
102d
102e
102e
102i
102i
102n
102p
102p
102q
102u
Translate these words.
1.
rond
2.
voorzichtig
3.
een wang
4.
moeilijk
5.
iedereen, ieder
6.
behalve
7.
vasthouden
8.
kussen
9.
er uitzien als
10.
natuurlijk
11.
vaak/dikwijls
12.
een keer/eenmaal
13.
een deel
14.
de hand schudden
15.
iemand
16.
de eerste keer
17.
keer (>2)
18
twee keer
19.
een beetje
20.
dansen
21
.
meer
2
2
.
een toerist
My Score:
The correct answers: