Vocabulary list - Unit 0

study 100a 100c 100d 100e
100f 100g 100h 100j 100k
 
100a  

woordenschat
een boekhandel
een auto
een kopje thee
een fitness center
een dame met gewichten
een pintje bier
een café
een winkelwagentje
een supermarkt
Engels
winkelen

vocabulary
a bookshop
a car
a cup of tea
a fitness centre
a lady with weights
a pint of beer
a pub
a shopping trolley
a supermarket
English
to go shopping

   
100c  
jezelf voorstellen
een naam
een leeftijd
een land
een zus
een broer
België
ik
geen
hebben
luisteren
de uitspraak
een zin
een hoofdletter

to introduce yourself
a name
an age
a country
a sister
a brother
Belgium
I (with a capital letter!)
no
to have
to listen
the pronunciation
a sentence
a capital letter

   
100d  

zijn
het druk hebben
een bevestigende zin
een ontkennende zin
een vraagzin
een afgekorte vorm
een volledige vorm
een vraagteken
een punt (van een zin)
jij, je, jullie
hij
zij, ze
het
wij
zij (meervoud)

to be
to be busy
an affirmative sentence
a negative sentence
an interrogative sentence
a contracted form
a full form
a question mark
a full stop
you
he
she
it
we
they

   
100e  

een speler
een fiets
een jongen
een kind
een heer, mijnheer
een reus
een meisje
een vriendin, liefje
een jeans
een dame
een sweater

a player
a bike / a bicycle
a boy
a child
a gentleman
a giant
a girl
a girlfriend
a jeans
a lady
a sweater 
   
100f  

een bloem
een partij, spel
fantastisch
leuk, aardig
groot
bruin
een vaatwasmachine
een hond
haar
een televisietoestel
een wasmachine
de griep
een jurk
een regenjas 

a flower
a game
great
nice
big
brown
a dishwasher
a dog
hair
a television
a washing machine
the flu
a dress
a raincoat
100g  

kennen
een broer
een vader
een moeder
een halfbroer
een stief moeder

to know
a brother
a father
a mother
a half-brother
a stepmother

   
100h  

nu
een cijfer, getal

now
a number

   
100j  


een graad
een nummer kiezen (bij het telefoneren)
verschillend, anders
eerste
gaan
wiskunde
lezen
voetbal
een match
een resultaat
tafeltennis
een temperatuur
winnen
een woord

a degree
to dial
different
first
to go
mathematics
to read
football
a match
a result
table tennis
a temperature
to win
a word

   
100k  

nog, weer, opnieuw
een leeftijd
ook
een bestuurder
over
alles
een voornaam
horen
ontmoeten
de ouders
gepensioneerd
begrijpen
zullen, zal
een adres
een kaart
een kok(kin)
helpen
een kind, jongere
een winkel
een zanger(es)

again
an age
also
a driver
about
everything
a first name
to hear
to meet
parents
retired
to understand
will
an address
a card
a cook
to help
a kid
a shop
a singer