Vocabulary list
help
unit 1
unit 2
unit 3
unit 4
unit 5
unit 6
unit 7
unit 8
unit 9
unit 10
study
ex 2a
ex 2b
ex 2c
ex 2d
ex 2e
ex 2f
Translate these words.
1.
een leeftijd
2.
een jaar
3.
een stad
4.
een land
5.
een broer
6.
een zus
7.
zijn
8.
haar
9.
hun
10.
jezelf voorstellen
11.
wonen
My Score:
The correct answers: